Pillow Book: Vrienden heb ik niet in mijn straat
Pillow Book, 2005-11-27
Vrienden heb ik niet in mijn straat. Er wonen nochtans interessante mensen. Schrijvers, artiesten, muzikanten. Het gesettelde serieuze soort dan. En bovendien lijkt iedereen die ik ontmoet in deze straat vrienden te hebben. Critici, journalisten, DJs. Met sommigen wissel ik een langer-dan nodig geïnteresseerde blik uit als de deuren simultaan opengaan. Er hangt sympathie in de lucht, maar het komt nooit tot actie.
Ik heb mijn buren eens bezocht. Ik had koekjes gebakken. Toen ik hier pas woonde maakte Emile vaak luid ruzie, en de muren zijn papierdun, misschien voelde ik me daarover schuldig. Ik probeerde hem altijd stil te krijgen. Dat lukte niet zo goed, en ik stelde me de buren altijd voor, hoe ze elk woord haarscherp hoorden. Dus misschien waren het sorry voor het lawaai koekjes. Ze waren erg lief. Ze vroegen me binnen, en terwijl we iets dronken bedacht ik dat ik in dit soort familie graag geboren was. De vader kwam een paar maand later naar mijn concert. De muziek was wat te luid voor hem. We knikken nog beleefd gedag naar mekaar.