October 30, 2006

Pillow Book: Een maand eten

Pillow Book, 2006-10-30


De esthetiek sloeg me als een exquise wolk in het gezicht. Het was zo’n perfect prachtig huis, zo leeg, vol kunst. Een prachtig opgemaakt buffet op de designtafel. Er waren meer mensen dan ik had verwacht. Vreselijk mooie mensen, zo ongeschonden mooi, als karaktervolle kunstwerkjes voor onder een stolp. Er was een kloostertuin, meticuleus maar een beetje wild, waar we in die uitzonderlijke nazomerzon naar de tuintafel verhuisden voor eten en praten. Het gesprek was een beetje wuft maar op niveau.

Pittig zelfs bij momenten. Het perfecte brunchgesprek. “Eind deze maand gaat Amy terug naar Shanghai” – “Oh really?” Iemand maakte bloody marys. Daarna kwam er Pouilly en strawberry martinis. Daarna champagne. De mannen spraken af een cocktailcompetitietje te organiseren. Woorden als bellenblaasbubbels. Een bubbelbad van overvloed en zachte pasteltintluxe.

Ik imiteer hun onschuldige vanzelfsprekendheid maar voel me betrapt. Alsof ze de low-class nog van me af kunnen lezen in mijn gezicht of gebaartjes. Of uit mijn gedachten. Het eten op die brunchtafel, van dat geld hadden mijn moeder en ik vroeger een maand kunnen eten. Hun zoontje is een gestimuleerd wonderkindje.

Het zou gemakkelijk geweest zijn als ik ze kon haten, maar ze waren voor geen spat bedorven. Alles was oprecht mooi, zonnig en onbezorgd. Aan de andere kant van de kloostertuin zag ik vervallen huisjes. Als enige; Ledoux, verraadster, verraadster.

October 19, 2006

Pillow Book: En ééntje pijn

Pillow Book: 2006-10-19

Mijn dokter heeft me opgegeven. Ik voel mijn voet af en toe zonder reden slapen. Mijn sportersspieren zijn nog steeds gestaag, stukje bij beetje aan het afsterven tegen al mijn kleine pogingen in. Ik ben vrolijk maar vanbinnen rouw ik erom. Als ik het openlijk zou doen zouden mijn vrienden nog minder bellen als nu. Ik ben bang. Maar ik ben bezig. Ziek zijn is hard werken en veel wachten. Veel pleiten. Veel betalen. Drie dokters te zien de komende dagen. Eén ervan homeopaat. Het secundaire circuit – zelfs een scepticus als ik ontsnapt er niet aan. Ik twijfel nog aan die ene Chinese voedingsdeskundige. Daar heb ik nog geen afspraak. Misschien zal het moeten als het reguliere circuit me niet meer wil. Vandaag gemerkt. Een patiënt die niet geholpen kan worden wordt meedogenloos buitengekeerd. Ik dacht dat dat een aardige meewerkende patiënt als mij niet zou overkomen. Op weg van de specialist naar de huisarts stop ik even aan een juweliertjesraam. Semi-precieuse stenen en zilver, geen grote sier. Ik was onlangs mijn hangertje uit tijgeroog kwijt. Er lagen er mooie. Maar ik heb er geen gekocht. Ik ben tenslotte ziek. Van al mijn oorbellen is nog maar één over. Ik heb nog één gezond pootje (en ééntje pijn).

October 14, 2006

Pillow Book: Scones voor het ontbijt

Pillow Book: 2006-10-14

Scones voor het ontbijt. Sex voor het ontbijt. Het literatuurcongres kan me gestolen worden.

October 13, 2006

Pillow Book: Tout n'est qu'ordre et beauté

Pillow Book: 2006-10-13

Amsterdam is mooi in de mist. Ik had nooit gedacht dat te zeggen over een Nederlandse stad. Ze mooi te vinden zoals de rest ze mooi vindt. Die melancholie. Die stilheid. Er is in het echt geen stilte. Er loopt een vrouw, junk of dronken, woedend en verward ruzie te maken met een Pakistaanse nachtwinkelier. Ik word nagejoeld en voorstellen bij het langslopen in mijn oor gefluisterd. Mijn jurkje is nochtans niet zo kort. Het is waarschijnlijk dat ik hier zo slaapwandelend traag loop. Ik kan niet sneller. Het doet nog steeds pijn. Ik hou even stil en kijk over de grachten. Misschien vind ik het mooi door de pijn. Misschien is er mist door de pijn. Mijn pijn wordt een epitheton van mezelf. Een sluier. Een mist.