Pillow Book: Antwoord aan K
Pillow Book, 2003-03-20
ironisch maar prettig dat je het je beviel (zoals gezegd, lichte writer’s block)
voel me ijsbeslagen, zal dan ook wel als ijsblokjes schrijven. je zal het niet mooi vinden.
kieslowski-moment een fractie geleden : vanuit een beslagen keuken kijkt mijn overbuurstudent naar me terwijl ik me half aangekleed uitgebreid, zorgvuldig opmaak – voor het eerst in weken (maanden?) ik zie het. hij staat er al een tijd. tegen mijn natuur in draai ik me naar hem toe en blijf staan. kijk niet eens naar hem maar in het niets. ik ga me verder aankleden.
achteraf zie ik het beeld (de vreemde in mij kijkt toe).
internetcafé. zorgvuldig opgemaakt en gekleed, voor het eerst in weken (maanden?) en toch ga ik niet uit. te onzeker. volgens mij ben ik nu al te ver heen met wat er gebeurt. wat is dat toch. vroeger vonden ze met te extravert, nu te frêle? (met mijn extra gewicht is ook dat weggesmolten, misschien.)
ik denk het deze week op de vensterbank, één been erop, dromend naar buiten met mijn koffie (de zon maakt me kattig) : het zou helpen als ik weer een minnaar had die naar me lust van nature, zoals ze allemaal deden; dit soort nieuw hoef ik echt niet. mail als in een shakespeariaanse plot: het is nathan die op zijn donna/fitnessprinses wacht,en hij zegt grotendeels niets, wat veel zegt. ik: even nietszeggend terug. irriteert hem gegarandeerd. nog geen antwoord – typisch nathan – en er gebeurt niets. Hoewel. meen me te herinneren dat ik vorige keren ook ik zo dacht.
Ach nonsens, er zal niets gebeuren, point final.
ik ben bang omdat ik weet dat ik altijd iemand kan tegenkomen, overal. één keer slaag is genoeg.